Voogdijmaatregel

Ieder kind heeft een volwassene nodig die verantwoordelijk is voor de opvoeding, die zorgt dat het veilig opgroeit en zich goed kan ontwikkelen. Meestal zijn dit de ouders. Soms kunnen ouders om wat voor reden dan ook niet of niet goed genoeg voor hun kind zorgen. Het kan dan voorkomen dat Jeugdbescherming Brabant het dan het beste voor het kind vindt dat het gezag van de ouders wordt beëindigd. Daarover beslist de kinderrechter. Die kan dan besluiten dat de voogdij bij Jeugdbescherming Brabant komt. Een jeugdbeschermer voert dan de voogdij uit. De bedoeling is om de voogdij uiteindelijk over te dragen naar iemand in het netwerk van het kind. Die kan dan de opvoeding op zich nemen, zoals bijvoorbeeld een familielid.

+
-
Hoe werkt het?

Jeugdbescherming Brabant kan niet zelf een verzoek bij de rechter indienen om het gezag van ouders te laten beëindigen. Dat doet de Raad voor de Kinderbescherming. Zij onderzoeken eerst de situatie rond het kind:

  • Wat heeft het kind nodig?
  • Zijn ouders in staat zijn om het kind dat voldoende te bieden?
  • Hebben de ouders voldoende kansen hebben gehad om de beëindiging van het gezag te voorkomen?

Met de uitspraak voor een voogdij- of gezagbeëindigende maatregel wordt het gezag over het kind weggenomen van de ouders.
Als er geen ouders zijn om beslissingen te nemen, bijvoorbeeld bij overlijden van ouders, besluit de kinderrechter ook wie het gezag krijgt.

Meestal gaat de voogdij naar Jeugdbescherming Brabant. Het kind woont dan in een pleeggezin of instelling Een jeugdbeschermer werkt met het kind en het gezin of de instelling aan een veilige situatie. Het streven is om de voogdij aan iemand uit het netwerk van het kind, bijvoorbeeld familie, over te dragen. Of aan het pleeggezin waar het kind woont.

De biologische ouders van het kind zijn betrokken als dat in het belang van het kind is. Dat geldt ook voor anderen uit het netwerk van het kind, zoals grootouders.

Deze maatregel hoeft niet te worden verlengd. De voogdij loopt in principe automatisch tot aan het achttiende jaar. Dan is de jongere meerderjarig.

 

+
-
Onderhoudsplicht van ouders

Ook al is iemand anders voogd van het kind, blijven de ouders altijd de ouders. Ouders blijven ook onderhoudsplichtig voor het kind. Ook nu zij geen gezag meer hebben en het kind niet thuis woont. Dat betekent dat zij bepaalde kosten, bijvoorbeeld voor medicijnen, kleding of zakgeld, voor hun kind moeten betalen. Als ouders zelf weinig financiële middelen hebben, kunnen zij contact opnemen met hun gemeente om te kijken of er vanuit een bepaalde regeling een tegemoetkoming mogelijk is.

+
-
Contact met het kind

Kinderen en ouders hebben recht op omgang met elkaar. Er wordt geen omgang toegestaan als dat niet in het belang van het kind is. De jeugdbeschermer overlegt en beslist. Soms heeft de kinderrechter een omgangsregeling vastgesteld. Dan volgt de jeugdbeschermer de uitspraak van de kinderrechter.
Als ouders geen direct contact hebben met hun kind, kunnen ze via de jeugdbeschermer informatie krijgen over belangrijke zaken, zoals hoe het met hun kind op school gaat. Als dit in het belang van hun kind is.

+
-
Herstellen van gezag?

Als ouders het gezag over hun kind terug willen, kunnen zij de rechter vragen om het gezag te herstellen. De rechter oordeelt dan of ouders duurzaam in staat zijn om hun gezag uit te oefenen. En of zij hun kind(eren) een veilige en stabiele opvoedsituatie kunnen bieden.

 

+
-
Folder voogdij

Lees hier alle folders, waaronder de folder Voogdij voor ouders en Voogdij voor jongeren.