“Mijn moeder was aan de drank, maar we hadden het daar fijner dan in het pleeggezin en in het kindertehuis”


Voor de buitenwereld leek het een fijn gezin. Het gezin waarin Madeleine (53) en haar zus Francis opgroeiden. Ondertussen was haar moeder alcoholverslaafd en haar vader streefde, ten koste van alles, naar status, ging vreemd en wilde een hoogopgeleide vrouw aan zijn zijde. Madeleine en haar zus Francis hadden daardoor een onrustige, onzekere en allesbehalve een zorgeloze jeugd. Ze waren enkel de eerste levensjaren bij hun ouders. Daarna volgde er een pleeggezin, een streng kindertehuis en een niet hartelijke stiefmoeder.

Ik (red) zit aan tafel met Madeleine en ze start met de zin: “Ik heb dit verhaal nog nooit met mensen gedeeld, zelfs niet met mijn vriendinnen. Ik vind het dus behoorlijk spannend. Maar ik voel echt de noodzaak om het te delen. Om hiermee andere kinderen, die een soortgelijke thuissituatie hebben, te kunnen helpen met een ervaringsverhaal. En om mensen bewust te maken dat je altijd goed moet nadenken of je kinderen wil en ze écht een liefdevol thuis kunt bieden.” Onderstaand lees je het verhaal van Madeleine.

In wat voor gezin groeide je op?
“Mijn vader was een echte charmeur, blij met zo’n mooie vrouw als mijn moeder aan zijn zijde. Mijn moeder was aantrekkelijk, maar mijn vader had liever een doctorandus of doctor gehad. En mijn moeder had geen universitaire studie genoten. Naast mijn ouders, had ik mijn zus Francis. Zij is drie jaar ouder en mijn rots in de branding. Mijn vader was secretaris bij een overheidsinstantie en hij had een goede baan. Mijn moeder was verkoopster bij Vroom en Dreesman (V&D). Voor haar 48e levensjaar was ze volledig afgekeurd. Ze had reuma, twee kunstheupen, kortom: ze had veel pijn en was niet in staat om te werken.”

Hoe waren de opa’s en oma’s aan beide kanten?
“Mijn opa van mijn vaders kant had in een kamp gezeten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij had een trauma en daardoor is hij hard opgevoed. Mijn oma van die kant wilde meer zijn, dan dat ze was. Zij vond sociale status erg belangrijk. Ik denk dat daar die drang van mijn vader naar een hoog aanzien vandaan kwam. Mijn vader komt uit een gezin met vijf kinderen. Mijn opa en oma van die kant hadden een eigen muziekzaak. Ze hadden het goed.
Mijn moeder kwam uit een warm gezin met drie meiden. Bij mijn moeder thuis waren ze humanistisch en niet gelovig. Dat was erg bijzonder voor die tijd. Mijn opa van mijn moeders kant was hoofd Financien bij een Zuivelfabriek en had daarmee een erg goede baan. Het gezin had het goed. In 1972, toen ik twee jaar was, is mijn oma overleden. Mijn oma woonde bij mijn vader en moeder in huis. Mijn moeder leunde enorm op mijn oma.”

Hoe ging het met jullie gezin toen je oma wegviel?
“Toen mijn oma overleed, is alles als een kaartenhuis in elkaar gevallen. Mijn moeder had veel verdriet en kon hiermee niet bij mijn vader terecht. Ze raakte verslaafd aan alcohol en toen mijn moeder in de psychiatrische kliniek opgenomen is, heeft ze veel medicijnen gekregen. Ik denk dat de combinatie van medicijnen en drank maakte, dat het niet meer ging. Ik heb nooit geweten hoeveel ze dronk. Mijn moeder had naast de bank een fles witte wijn staan. Die wijn schonk ze in een theemok, waarna ze het opdronk.

“Mijn moeder had naast de bank een fles witte wijn staan. Die wijn schonk ze in een theemok, waarna ze het opdronk.”

Je moeder was op een gegeven moment verslaafd. Wat gebeurde er toen?
“Mijn moeder is in 1972 opgenomen in een psychiatrische kliniek. Ze kon niet meer voor ons zorgen. Francis en ik verbleven een tijdje bij vrienden en familie, waarbij Francis zich altijd ontfermde over mij. Maar dat is natuurlijk geen structurele oplossing. In 1972 heeft mijn vader met een nieuwe vrouw, Tineke, een relatie gekregen. Terwijl mijn moeder in die kliniek zat. Wij verhuisden van plek naar plek, bij vrienden en familie. Maar nadat iemand een melding had gemaakt bij jeugdbescherming (toen: kinderbescherming) in het westen van het land waar ik toen woonde, ik vermoed mijn vader, moesten we naar een pleeggezin. Ik ben gewoon uit het nest geflikkerd.”

“Ik ben gewoon uit het nest geflikkerd.”

Hoe was het in het pleeggezin voor jou en het kindertehuis voor jullie beiden?
“Toen jeugdbescherming is gebeld, ging het balletje rollen. Er werd een ondertoezichtstelling (OTS) uitgesproken en we zouden uit huis worden geplaatst. De rechter had bepaald dat mijn moeder de opvoeding niet aankon en mijn vader en Tineke wilden ons niet in huis nemen. Ik vind het niet willen, erger dan het niet kunnen. Keer op keer afwijzingen krijgen, dat doet iets met je als mens. Ik woonde in een pleeggezin van mijn vierde tot zesde jaar. Francis moest naar een kindertehuis. In het pleeggezin werd ik geslagen. Als ik misselijk was en had overgegeven op mijn bord, moest ik eten met overgeef opeten. Ik werd met de mattenklopper geslagen. Kortom: deze mensen hadden geen pleegouders moeten worden. Ik heb het daar verschrikkelijk gevonden. Francis had ook geen fijne tijd in het kindertehuis. Vanaf mijn zesde jaar mocht ik bij Francis in het kindertehuis komen wonen. Daar heb ik ongeveer zes à zeven jaar gewoond. Ik was blij dat ik herenigd werd met Francis, maar qua liefdevolle thuisomgeving, schoot ik er niks mee op. Het was er strikt en je mocht er weinig. Er heerste een streng regime. Brieven die ik van mijn oom Wim (broer van mijn vader) kreeg, heeft de leiding van het kindertehuis achtergehouden, daar ben ik erg boos om. Ook brieven die aan het kindertehuis waren gericht, waarin mijn oom Wim aangeeft, dat Tineke erg autoritair en onaardig tegen mij is, en dat ik als kind angst had voor Tineke, bereikten mij niet. Oom Wim is iemand die altijd voor me is opgekomen en daar ben ik hem erg dankbaar voor. Gelukkig ben ik in het kindertehuis niet geslagen en kreeg ik er goed te eten. Maar het was een kindertehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen. En dat waren wij niet. Wij hadden dus eigenlijk geen passende plek gekregen.”

Als ik misselijk was en had overgegeven op mijn bord, moest ik eten met overgeef opeten.”

Kregen jullie erna wél een passende plek?
“Wat is passend? Toen ik ongeveer twaalf jaar was, mocht ik van de leiding van het kindertehuis terug naar mijn moeder, twee jaar nadat Francis bij mijn moeder ingetrokken was. Mijn moeder was wel nog aan de drank, maar we hadden het daar fijner dan in het pleeggezin en in het kindertehuis. Mijn moeder werd niet leuker door de drank, ze werd dan heel onredelijk. Gelukkig zijn we nooit geslagen of fysiek mishandeld. Veel andere opties dan mijn moeder waren er niet. Het was kiezen tussen twee kwaden. Het kindertehuis versus mijn moeder. Het waren beide geen optimale oplossingen. Dan stel je jezelf enkel de vraag: is het goed genoeg? Francis en ik hadden nooit geboren moeten worden, want zo’n jeugd verdient geen enkel kind.
Mijn moeder heeft via een relatiebemiddelingsbureau Jos leren kennen. Hij was banketbakker en afgekeurd. Hij is snel bij ons (mijn moeder, mijn zus en ik) ingetrokken. Jos was ook alcoholverslaafd en had een psychiatrische achtergrond. Een stabiel iemand was nooit voor mijn moeder gevallen. Hun humor – die van mijn moeder en Jos – en hun manier van samenleven: het werkte toch wel in deze relatie. Voor hun was het goed genoeg. We hebben veel moeten afzien met mijn moeder en Jos. Zo moesten we alle huishoudelijke taken doen en waren ze regelmatig allebei, door de alcohol, niet voor rede vatbaar. Ik heb ongeveer tien jaar bij mijn moeder gewoond, tot ik in 1990 Jeroen leerde kennen, met wie ik ging samenwonen.”

“Francis en ik hadden nooit geboren moeten worden”

Had je, toen je bij je moeder woonde, nog contact met je vader?
“Ongeveer één keer per maand ging ik op bezoek bij mijn vader. Mijn vader had hele andere opvattingen en normen en waarden dan Francis en ik. Daarnaast had hij 20 jaar iets met Tineke. Tineke was geen hartelijke vrouw, dus ik kwam er weinig. Zij ook niet bij ons. Tineke kleineerde mijn moeder altijd. Mijn moeder heeft zeker steken laten vallen in de opvoeding, maar dat gaf Tineke nog niet het recht om zó respectloos over en tegen haar te doen. Tineke was autoritair en niet op haar mondje gevallen. Ze wist goed wat ze wilde. Ze had hoge eisen, ook van anderen, en ze had een geheel eigen idee over wat nette kleding was en wat niet. Zo is ze een keer, toen we naar een feest van opa en oma gingen, hysterisch uitgevallen tegen mijn zus over de kleding die mijn zus aanhad: ‘Je doet nú die ordinaire laarzen uit en een fatsoenlijk paar schoenen aan.’ Ze heeft mij een keer uit de auto gesleurd aan mijn haren en me gedwongen om letterlijk op mijn knieën te gaan voor haar. Oom Wim, de broer van mijn vader, was daar getuige van en was ziedend. Hij kwam voor me op, maar Tineke ging gewoon door. Ook tante Rita, de zus van moeder, kwam altijd voor me op. Tineke bemoeide zich veel met Francis en mij, maar voor ons zorgen… nee, dat wou ze niet. Tineke is heel bewust een relatie aangegaan met een man met kinderen terwijl ze niet wou zorgen voor de kinderen. Ik heb haar dat heel kwalijk genomen. En ik vind het erg dat mijn vader nooit voor mij en Francis is opgekomen.” Tineke heeft Francis en mij letterlijk de deur uit gewerkt.

“Ik vind het erg dat mijn vader nooit voor mij en Francis is opgekomen.”

Je vader en moeder leven niet meer. Hoe heeft de relatie zich in latere jaren ontwikkeld?
“Nadat mijn vader twintig jaar met Tineke is geweest, en Tineke overleed aan kanker, heeft hij een relatie met Miranda gekregen. Miranda en mijn vader zijn dertien jaar samen geweest. In 1995 heb ik weer wat contact gekregen maar mijn vader liep altijd boos weg als ik hem vragen stelde over vroeger. Ik wilde zo graag met hem bespreken dat Tineke en hij mij zoveel verdriet hebben gedaan. Maar daar stond hij niet voor open. Pas toen mijn vader is overleden, in 2009, heb ik rechtbankverslagen uit zijn huis mee genomen en dingen gelezen die ik eigenlijk wel wist maar nu werd het echt zwart op wit bevestigd.
Mijn moeder en Jos hebben samen in het verzorgingstehuis gezeten, beiden vanwege dementie. Mijn moeder had veel spijt van wat er gebeurd was maar ze had niet genoeg energie om de schade in te halen en alsnog een goede moeder voor mij te zijn. In de relatie met mijn vader en zijn nieuwe partners heb ik veel moeten slikken, veel moeten accepteren. Ik heb me altijd de bastaard bij mijn eigen vader gevoeld, ook in de periode toen mijn vader met Miranda was. Miranda was geen fijn mens voor ons en vond dat ik te veel vragen stelde over het verleden, maar ze heeft wel goed voor mijn vader gezorgd.
Bij mijn vader voelde ik mij altijd te veel, niet welkom. Met elke afwijzing ontstaat er een litteken, die niet zomaar meer weg gaat.”

Je voelt je altijd te veel, niet welkom. Met elke afwijzing ontstaat er een litteken, die niet zomaar meer weg gaat.”

Hoe heb je Jeroen leren kennen en hoe verliep jullie leven daarna?
“Ik heb Jeroen bij een jazzfestival in Amsterdam leren kennen. We zijn uiteindelijk door Jeroens werk in Brabant beland. In 1999 zijn we getrouwd. Mijn vader kwam niet op mijn bruiloft. Ik kreeg dan het antwoord: ‘ik kan niet met jouw moeder in één ruimte zijn’. Dat deed pijn om te horen. Ik denk dan: zet je trots opzij en ga voor die éne keer voor míj naar mijn bruiloft. Maar dat deed hij niet. Mijn moeder was er wel. In 2001 is een zoon van Miranda getrouwd en hij is wel naar die bruiloft geweest. Dat stak mij enorm.” Na 1 jaar getrouwd te zijn, werd ik zwanger. Het zou een jongetje worden en in februari 2001 ben ik bevallen van onze mooie zoon: Joris. Vlak na de bevalling had ik een depressie, ik heb mijn jeugd herbeleefd omdat na de geboorte mijn jeugd als een boemerang naar me is terug gekomen. Ik was enorm bang om dezelfde fouten als mijn ouders te maken. Jeroen is daar ook erg van geschrokken. Toen Joris drie jaar was hebben Jeroen en ik een gesprek gehad: willen we nog voor een tweede kindje gaan? Maar ik was te bang dat ik weer een depressie zou krijgen en was juist blij dat het nu goed met me ging. Zowel Jeroen als ik doen veel leuke dingen samen met Joris, toen hij klein was, maar ook nu, nu hij volwassen is. Ik heb er vrede mee, ben blij met mijn gezin! Het is gelopen zoals het is gelopen.”

Hoe zijn jouw schoonouders voor jou?
“Het is een klein wonder dat ik in mijn schoonouders liefdevolle en warme ouders heb gevonden. Vanaf het begin waren ze heel aardig voor mij, mijn zus en mijn moeder en Jos. Zonder enig vooroordeel hebben ze mijn moeder en stiefvader met een open blik tegemoet getreden. Daar ben ik hen heel dankbaar voor.
Voor mijn trouwdag heb ik beeldige oorbellen gekregen want ze waren zo blij met mij als schoondochter. Na de geboorte van mijn zoon bleken ze fantastische grootouders. Ik heb het enorm met ze getroffen en hou heel erg veel van ze. Helaas is mijn schoonvader in 2012 overleden en wij koesteren het contact met mijn schoonmoeder.”

En je had ook een hechte band met tante Rita en oom Fons toch?
“Tante Rita en oom Fons waren altijd heel lief voor ons. Oom Fons was manisch depressief en door zijn ziekte hebben zij veel voor ons kunnen doen maar zij konden ons bijvoorbeeld niet in huis nemen.
In 1996 is oom Fons overleden en tante Rita is een constante factor in ons leven geweest. Ze was getuige tijdens de huwelijksceremonie, samen met mijn schoonmoeder. Ze was een geweldige tweede oma voor mijn zoon. Iedere week belde ze met mijn moeder en iedere maand ging ze bij mijn moeder en Jos op bezoek. Mijn moeder was niet altijd aardig tegen tante Rita maar mijn tante bleef lief en betrokken. Al metal waren er veel tegenslagen in mijn leven, maar ik heb gelukkig ook mensen in mijn omgeving gehad die heel erg lief voor mij waren.”

En Francis, ook zij heeft veel meegemaakt, hoe gaat het met haar nu?
“Francis heeft net als ik de schouders eronder gezet en wat moois van haar volwassen leven gemaakt. Natuurlijk heeft ze ook veel verdriet van het verleden. Gelukkig kunnen we er met z’n tweeën goed over praten. Francis is nu Sr. purser bij KLM. Zij is vijftien jaar getrouwd met Hans. Hij heeft helaas kanker gehad en alhoewel hij daarvan genezen is, heeft hij momenteel veel last van zijn hart. Mijn zus heeft twee jaar geleden long-covid gehad en is momenteel even niet aan het werk. Ik ben altijd de regelaar, Francis het luisterend oor. En hiermee zijn we een mooi duo als zussen. Francis is super lief en ik koester haar.”

“Ik heb gelukkig veel lieve mensen in mijn omgeving”

Hoe heeft jouw jeugd je gevormd?
“Het positieve: ik ben socialer geworden en dankbaar door wat ik heb meegemaakt. Ik focus me op wat ik wél heb.
Het negatieve: ik ben 53 jaar en nog steeds heel erg onzeker. Op de lagere en middelbare school tot en met vijftien jaar, ben ik heel erg gepest. Ik was een gemakkelijk doelwit. Ik vertelde het wel op school en aan mijn moeder. Gelukkig had ik aardige docenten die me daarin hielpen, en met me praatten. Uiteindelijk ging ik naar de MEAO en de vriendinnen die ik toen had, heb ik nog steeds.”

Wat wens je de kinderen binnen de jeugdbescherming, en de jeugdzorg, toe?
“Ik hoop dat er ruimte is voor hulp, behandeling en benadering op maat. En dat daar genoeg mensen en (financiële) middelen voor beschikbaar zijn. Geef deze kinderen als ze jongvolwassen zijn een financiële steun in de rug. Mensen als ik staan met een enorme achterstand in het leven. Hulp bij een studie en het zoeken naar een baan zit er voor ons niet in. Wij moeten alles zelf doen.
En: ik zou willen dat er meer naar de kinderen en het netwerk wordt gekeken en geluisterd. Wat heeft een kind nodig om zo goed en veilig mogelijk te ontwikkelen? Volgens mij gebeurt dat nu al veel beter dan vroeger, in mijn tijd. Vroeger werden kinderen regelmatig uit elkaar gehaald, nu is dat gelukkig veel minder vaak het geval.

Ter bescherming van de privacy zijn voor de beschreven personen gefingeerde namen gebruikt.

Leestips van Madeleine
Boeken die mij veel steun hebben gegeven:
– De zonen van Bruce Lee. – Alex Boogers. (Alex is, ondanks een jeugd met veel tegenwind, een sterk persoon)
– Ik ga leven. – Lale Gül. (knFons hoe zij zichtzelf zoveel zelf heeft geleerd)
– Mijn moeder wil mijn naam niet weten. – Christel Jossen.
– De woonschool – Christel Jossen.

Leestip van Francis (zus Madeleine)
– Het einde van de eenzaamheid. – Benedict Wells